2 juni 2022 - Nes Ameland
 
Korte verhaaltjes op en over Ameland.
( soms verzonnen en soms waar)
 
Ik ben buiten bij binnen
Hoe leg je dat nu eens uit. En helemaal over de app. Ik zit buiten bij binnen. Kijk binnen is een heerlijk restaurant en cafe met terras op Ameland in Nes. En de naam is natuurlijk dikke prima maar kan soms wat verwarring opleveren en zeker als je het uit moet leggen aan mensen die al een slokje ophebben.
 
Dan krijg je ongeveer iets als :
Vriend: "Yo, waar zit jij?".
Ik: " ik zit buiten bij binnen".
Vriend: " euh ok, ik kom eraan!"
Ik: " ok gezellig, ik ben er"
Vriend... Na 5 min: " euh.. Waar is dat precies?"
Ik: " Bij binnen... Maar dan buiten"
Vriend : " euh ok... Tot zo!"
Na 10 min
Vriend: " euh, ik ben nu buiten. Waar ben jij?"
Ik: " Bij binnen... Maar dan buiten dus zeg maar".
Vriend: " oh OK, dus ik moet verder fietsen?"
Ik: " Als je niet bij binnen bent moet je wel verder fietsen idd... En als je er bent zie je me buiten".
Vriend: " oh OK, dan fiets ik verder".
Dit ging ongeveer een uur door... Had natuurlijk ook geen zin in gezelschap... Dus toen ik eenmaal terug was in mijn chalet...
Vriend: " Ja. Ik ben er... Denk ik. Ik sta nu bij binnen. Maar ik zie jou niet buiten".
Ik: " Nee klopt, ik zit nu binnen".
Vriend: " Ah ok. Je zit binnen bij binnen?".
Ik: " Nee, ik zit binnen bij m'n eigen binnen".
Vriend: " Dammm ik ga morgen echt minder drinken hoor... Ik stap op de fiets en ga naar de tent".
Ik: " Ja lijkt me een goed plan. Zeg je wel even als je BINNEN bent?".
 
Heerlijk... Zo'n avondje alleen 🙂
 

 

 

15-04-2022 - Nes Ameland

Korte verhaaltjes van een mensenmens op Ameland. Soms waar en soms verzonnen maar heerlijk voor mij om te schrijven en hopelijk voor jou om te lezen.
 
Het is al wat schemerig als een vader met een trotse glimlach kijkt naar z’n twee kleine hummeltjes lopend op het strand. In de ene hand houden ze beide hun schepnetje vast en met de andere hand houden ze elkaar stevig vast. Ze zijn nog klein en het zand loopt wat lastig. Bij elke stap die ze maken verdwijnen hun voetjes in al die miljoenen zandkorrels. Toch zijn ze beide, ik schat een jaartje of vier vastbesloten om door te lopen en al die miljoenen obstakeltjes te trotseren omdat er een doel is. De zee! En als de een het wat lastig heeft met stabiel en recht blijven lopen door al die kuilen en hobbels op het strand helpt de ander om in evenwicht te blijven en samen zorgen ze dat ze niet vallen. Wat een heerlijke samenwerking en met zoveel lief zijn voor elkaar…
 
En de vader waakt over beide zodat mocht er onverhoopt toch iets mis gaan hij altijd kan ingrijpen. Want dan doen papa’s. Ik zit op het bankje bij het strand en aanschouw het liefelijke tafereel. Tijdens hun “Battle” om bij de zee te komen zie ik ze af en toe wijzen naar voren alsof hun mission bijna geslaagd is en ze er niet meer zo ver vandaan zijn. Hoe dichterbij ze komen hoe harder ik ze hoor lachen en schreeuwen van pret. Hun stemmetjes klinken niet hard aangezien ze dichterbij de zee zijn dan bij het bankje waar ik zit.
 
Achter me hoor ik voetstappen en een oude man loopt langs me met z’n wandelstok. Hij loopt wat moeilijk maar de klim over de heuvel naar het strand bij Nes doet hem zichtbaar goed. Hij stopt en kijkt naar de duinen en z’n ogen en gezicht gaan naar rechts richting de zee om te eindigen bij strandpaviljoen Sjoerd. Dan draait hij z’n hoofd naar links, kijkt me aan en zegt: “Het einde van de wereld en wat is het mooi he!”. Ik glimlach omdat ik weet wat en hoe hij het bedoeld. Ik zeg hem: “Verder dan hier moet je ook niet willen. Het is een prachtig einde van de wereld”. Hij glimlacht terug en we begrijpen elkaar. Hij waagt de wandeling naar beneden en ik zie dat hij het eigenlijk net zo moeilijk heeft met lopen als die twee kleine hummeltjes van daarnet. De stok verdwijnt voor een groot deel in het zachte zand en elke stap die hij zet is wat instabiel.
Ik sta op en loop naar hem toe. Als ik naast hem sta kijken we elkaar aan en ik zeg: “Bestemming zee? “. “Ja graag zegt de man”. Ik pak z’n hand en samen lopen we richting het “einde van de wereld”.
 
Erwin van der Ploeg